En toch is elk levensverhaal uniek.
Elke mens is een unieke entiteit, met een genetisch bouwplan, een individuele
persoonlijkheid, een sociaal netwerk en een maatschappelijk net (dat kan
opvangen of verstrikken). Wie verhalen construeert, weet dat personages niet in
wetmatigheden of statistische gemiddelden zijn te vatten. Zo ook de mensen die
in deze opleidingsgroep het woord nemen.
De boodschap die zij willen meegeven
is er een van hoop en van genuanceerdheid, van realistische visies en
levensechte verhalen. Zoveel woorden en cijfers werden reeds gebruikt om “het
fenomeen” eetstoornissen te beschrijven, om er begrip voor te krijgen in de
hoop er zo grip op te krijgen. Maar ondanks alle inzet, de wetenschappelijke
vooruitgang, de inzet en inventiviteit van zovele hulpverleners, lotgenoten en
mantelzorgers… Eetstoornissen blijven moeilijk te begrijpen en er greep op
krijgen is nog veel moeilijker.
Hulpverleners modderen niet meer
gewoon wat aan en dat is een verdienste van o.a. de wetenschap met haar honger
naar evidence based praktijken en programma’s. De balans is echter aan het
doorslaan naar een ander uiterste, waar te rigide gehandeld wordt. Wie de
diagnose past, trekt het beknellende schoentje van diagnostische
behandelprotocollen aan. Om tot de conclusie te komen dat uniciteit en complexe
gelaagdheid van problemen geen bestaansrecht meer krijgen.
En zo lopen heel wat mensen verloren.
Ook omdat de hulpverlening zo’n ondoordringbaar oerwoud is geworden, met
wildgroei langs alle kanten en strengen waarvan de oorsprong al lang niet meer
zichtbaar is. Wie hulp zoekt, moet drempels overschrijden. De drempel van de
schaamte, die van het taboe en tenslotte de drempel van de hulpverleningschaos.
Wie eindelijk aan zichzelf durft te erkennen dat het leven in benepen banen geleid
wordt door een psychische ziekte, ziet zich opboksen tegen vooroordelen, stigma
en de dreiging miskend te worden in het lijden. En wie dan nog steeds de moed
niet opgegeven heeft, weet zich geconfronteerd met wachtlijsten, nietszeggende
beroepstitels, bureaucratische centra, DSM-criteria en een overheid zonder
deugdelijk preventief en curatief gezondheidsbeleid. Onze medische
gezondheidszorg mag dan tot de top van de wereld behoren, aan het psychosociale
luik mag zeker nog grondig gewerkt worden. En aan de samenwerking tussen
disciplines wellicht nog meer.
We leven in een geschifte en perverse
samenleving. Alles is mogelijk, als je maar wil. Succes is het gevolg van
persoonlijke inzet, doorzettingsvermogen en wilskracht. Wie faalt, heeft het
dus aan zichzelf te wijten. Maar de crisissen stapelen zich op. Bedrijven gaan
failliet, gezinnen lopen stuk op elkaar, de grote verhalen worden in 7 stappen
verkocht, mensen gaan ten onder aan werkdruk en sociale incompetentie en in België
stappen dagelijks gemiddeld 7 mensen uit het leven.
Mensen met psychische problemen zijn
de alarmbellen geworden van een maatschappij die de grenzen opzoekt, een
borderline maatschappij. Mensen met eetstoornissen vertolken in hun zijn en in
hun pijn hoe zij optorsen tegen een grenzeloze massaconsumptie-maatschappij,
waarin alles kan en bandeloos verbruikt en gebruikt wordt en hoe anderen zich
daar in intellectueel en lijfelijk ascetisme tegen afzetten. Wie het midden
weet te houden, heeft een goede basis meegekregen en heeft misschien ook wel geleerd
een olifantenhuid te kweken. De balans hervinden of heruitvinden is een
(op)gave waar mensen met een eetstoornis zich mee geconfronteerd weten. Zij
ontspringen de dans niet. Zij zoeken hun eigen lied. En zij spreken, omdat
zij iets te vertellen hebben. Op 23 februari zoeken we samen de rode draad in eetstoornis-hulpverleningsland. Om onze draad niet kwijt te raken wanneer we aan het (toe)spreken zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten