dinsdag 12 februari 2013

Spreek pas als je wat te vertellen hebt

Velen hebben het aangedurfd hun ervaringen aan papier en medemensen toe te vertrouwen. Zo zijn we collega’s en metgezellen. Want wij bewandelen nu samen de weg van het woord. Het is een weg vol versprekingen, nuanceringen, wijzigingen, dubbelzinnigheden en interpretaties. Maar bovenal wordt het een constructie van velen. Wij hebben de ballast afgeschraapt, redeneringen omver geworpen, tunnelvisies opengebroken en tot op het bot gezocht om te komen tot onze essentie: wij zijn mensen, met een gemeenschappelijk verhaal over eetstoornissen.

En toch is elk levensverhaal uniek. Elke mens is een unieke entiteit, met een genetisch bouwplan, een individuele persoonlijkheid, een sociaal netwerk en een maatschappelijk net (dat kan opvangen of verstrikken). Wie verhalen construeert, weet dat personages niet in wetmatigheden of statistische gemiddelden zijn te vatten. Zo ook de mensen die in deze opleidingsgroep het woord nemen.
De boodschap die zij willen meegeven is er een van hoop en van genuanceerdheid, van realistische visies en levensechte verhalen. Zoveel woorden en cijfers werden reeds gebruikt om “het fenomeen” eetstoornissen te beschrijven, om er begrip voor te krijgen in de hoop er zo grip op te krijgen. Maar ondanks alle inzet, de wetenschappelijke vooruitgang, de inzet en inventiviteit van zovele hulpverleners, lotgenoten en mantelzorgers… Eetstoornissen blijven moeilijk te begrijpen en er greep op krijgen is nog veel moeilijker.

Hulpverleners modderen niet meer gewoon wat aan en dat is een verdienste van o.a. de wetenschap met haar honger naar evidence based praktijken en programma’s. De balans is echter aan het doorslaan naar een ander uiterste, waar te rigide gehandeld wordt. Wie de diagnose past, trekt het beknellende schoentje van diagnostische behandelprotocollen aan. Om tot de conclusie te komen dat uniciteit en complexe gelaagdheid van problemen geen bestaansrecht meer krijgen.
En zo lopen heel wat mensen verloren. Ook omdat de hulpverlening zo’n ondoordringbaar oerwoud is geworden, met wildgroei langs alle kanten en strengen waarvan de oorsprong al lang niet meer zichtbaar is. Wie hulp zoekt, moet drempels overschrijden. De drempel van de schaamte, die van het taboe en tenslotte de drempel van de hulpverleningschaos. Wie eindelijk aan zichzelf durft te erkennen dat het leven in benepen banen geleid wordt door een psychische ziekte, ziet zich opboksen tegen vooroordelen, stigma en de dreiging miskend te worden in het lijden. En wie dan nog steeds de moed niet opgegeven heeft, weet zich geconfronteerd met wachtlijsten, nietszeggende beroepstitels, bureaucratische centra, DSM-criteria en een overheid zonder deugdelijk preventief en curatief gezondheidsbeleid. Onze medische gezondheidszorg mag dan tot de top van de wereld behoren, aan het psychosociale luik mag zeker nog grondig gewerkt worden. En aan de samenwerking tussen disciplines wellicht nog meer.

We leven in een geschifte en perverse samenleving. Alles is mogelijk, als je maar wil. Succes is het gevolg van persoonlijke inzet, doorzettingsvermogen en wilskracht. Wie faalt, heeft het dus aan zichzelf te wijten. Maar de crisissen stapelen zich op. Bedrijven gaan failliet, gezinnen lopen stuk op elkaar, de grote verhalen worden in 7 stappen verkocht, mensen gaan ten onder aan werkdruk en sociale incompetentie en in België stappen dagelijks gemiddeld 7 mensen uit het leven.
Mensen met psychische problemen zijn de alarmbellen geworden van een maatschappij die de grenzen opzoekt, een borderline maatschappij. Mensen met eetstoornissen vertolken in hun zijn en in hun pijn hoe zij optorsen tegen een grenzeloze massaconsumptie-maatschappij, waarin alles kan en bandeloos verbruikt en gebruikt wordt en hoe anderen zich daar in intellectueel en lijfelijk ascetisme tegen afzetten. Wie het midden weet te houden, heeft een goede basis meegekregen en heeft misschien ook wel geleerd een olifantenhuid te kweken. De balans hervinden of heruitvinden is een (op)gave waar mensen met een eetstoornis zich mee geconfronteerd weten. Zij ontspringen de dans niet. Zij zoeken hun eigen lied. En zij spreken, omdat zij iets te vertellen hebben.

Op 23 februari zoeken we samen de rode draad in eetstoornis-hulpverleningsland. Om onze draad niet kwijt te raken wanneer we aan het (toe)spreken zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten