dinsdag 7 april 2015

Nieuwe opleiding (familie-)ervaringsdeskundige



Wat?

Op zondag 3 mei organiseert ANBN in Leuven een informatiesessie voor kandidaat-vrijwilligers. Wil je graag weten wat je als vrijwilliger kan doen en welke trajecten er mogelijk zijn (vb. qua opleiding), dan ben je hartelijk welkom! Kom je gerust gewoon eens informeren. Je hoeft niet meteen te beslissen of je ook effectief een taak wil opnemen (maar dat mag natuurlijk wel ;-)).

Na deze kennismakingsdag bekijken we samen wat jij graag zou willen doen. We overleggen met de nieuwe deelnemers wanneer we welke modules zullen organiseren (ongeveer tweewekelijks, in het weekend). Een aantal opdrachten kan je per mail en van thuis uit voorbereiden. Voor een aantal andere opdrachten zullen we samenkomen in kleine groep (op een plaats die voor de meeste mensen handig is, dus dat kan eventueel vb. ook in Gent, Antwerpen of Hasselt zijn!).

Misschien werk je liever achter de schermen mee, door mee te denken in werkgroepen, teksten te schrijven of juist na te lezen, inspirerende foto's te maken, door van thuis uit de chat of het forum te begeleiden of een artikel in mensentaal te schrijven (vb. door te vertellen hoe de resultaten van onderzoek in jouw leven herkenbaar of juist verschillend zijn), of misschien verzamel je graag informatie tot een mooi geheel in onze digitale nieuwsbrief,...?

Misschien sta je liever mee op de planken door eetstoornissen een gezicht te geven? Dan kan je als Hoopvolle Ambassadeur meewerken aan (ontwikkelen en geven van) workshops, lessen op scholen, spreken op evenementen zoals de Dag tegen Eetstoornissen, het helpen opzetten van praatgroepen (vb. Motivatiegroep, herstel-werkgroep, nazorg-groep,...), getuigen voor de pers, of wat je zelf misschien in gedachten hebt en wat haalbaar is binnen de planning en thema's van onze eetstoornisvereniging.

Alle activiteiten hebben te maken met: informeren, ontmoeten en het delen van ervaringen (en de praktische ondersteuning om dat mogelijk te maken).

Ontmoetingsruimte creëren

Informeren

Ervaringen delen - Sta eens in mijn schoenen!


Voor wie?

- Je hebt ervaring met eetstoornissen, omdat je zelf een eetstoornis hebt gehad of al goed op weg bent naar herstel. Je wil die ervaringen op een positieve, hoopgevende en motiverende manier inzetten om anderen te ondersteunen in hun herstelproces. Je bent minimum 18 jaar oud en bent in begeleiding of opname (geweest). Intussen sta je sterk genoeg om de confrontatie met lotgenoten aan te gaan. Je ziet het zitten om je persoonlijke verhaal te verwerken.

- Je bent partner, ouder of familie van een persoon met een eetstoornis, en je wil graag jouw ervaringen inzetten om andere familieleden een hart onder de riem toe te steken. Je partner of familielid is in begeleiding (geweest), of jij zelf hebt stappen gezet naar zelfzorg en ondersteuning bij het herstelproces van je naaste.

- Misschien heb je geen ervaring met eetstoornissen, maar heb je wel wat tijd vrij om te helpen met praktische dingen? Recensies schrijven van boeken, een database van boeken of artikels bijhouden, meewerken aan het uitbouwen van de nieuwe website, chauffeur zijn voor de Inloopmobiel Eetstoornissen, foto's maken met krachtige, hoopgevende boodschappen, rondbrengen van flyers, helpen bij het opzetten van fundraising activiteiten (vb. een actie voor Music For Life), zoeken naar sponsors voor de Dag tegen Eetstoornissen,...

Waar en wanneer?

Zondag 3 mei, 14u.-17u.30
Inloophuis Leuven, Blijde Inkomststraat 113, 3000 Leuven
Graag even een seintje op voorhand via: els@anbn.be

Andere thema's die tijdens de opleiding aan bod kunnen komen:
  • Iedereen ervaringsdeskundig? Wat doet een (familie-)ervaringsdeskundige anders en wat heb je nodig om (familie-)ervaringsdeskundige te worden? (Ervaringen over eetstoornissen delen: hoe doe je dat ervaringsdeskundig?)
  • Zelfdeterminatie: hoe kan je mensen ondersteunen om het leven en herstelproces zelf weer in handen te nemen?
  • Praatgroepen: Het bekendmaken, opstarten en begeleiden van een (familie-)praatgroep
  • Online contact: hoe steun bieden via forum en chat?
  • Gespreksvaardigheden: over luisteren, samenvatten, doorvragen, je mening opzij zetten, niet invullen voor een ander maar navragen of je het goed begrepen hebt, open, eerlijk en nieuwsgierig zijn, ook bevragen wat goed gaat en wat krachtbronnen of talenten zijn (niet blindstaren op problemen),... 
  • Preventie: workshop voor middelbare scholieren - kennis en ervaringen delen
  • De rode draad in de hulpverlening: wat bestaat er allemaal aan hulp in Vlaanderen?





vrijdag 7 februari 2014

Opleiding 2 - Ervaringsverhalen delen

Intussen is de tweede editie van onze opleiding van start gegaan!

Met een groep van ongeveer 8 personen hebben we stilgestaan bij het concept "ervaringsdeskundigheid", bij de kracht van verbondenheid (en hoe we die kunnen versterken), bij het versterken van autonomie (om mensen te empoweren) en bij onze competenties (en hoe je mensen kan helpen hun competenties te vinden en in te zetten).

Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met onze ervaringsverhalen. Voor heel wat deelnemers blijft dat een confronterende opdracht: kijken waar je staat, waar je vandaan komt en hoe jouw weg is verlopen. Wat heb je er uit geleerd en wat wil je vanuit jouw ervaringen meegeven aan anderen?

Om van een unieke ervaring te komen tot ervaringsdeskundigheid is het zinvol om ervaringen te delen en op zoek te gaan naar wat ons verbindt en waarin we verschillen, hoe onze belevingen gelijk lopen of anders zijn. Op die manier kunnen we vanuit die unieke ervaringen komen tot kennis die we samen delen en die ons helpt om lotgenoten bij te staan.

Op basis van de verhalen die gedeeld werden kwamen een aantal gemeenschappelijke elementen, maar ook verschillen naar boven.
Zo was het duidelijk dat ieders verhaal uniek is en dat het ervaringsverhaal dat men vertelde ook op een unieke manier vorm heeft gekregen. De ene heeft er tijd voor uitgetrokken om regelmatig wat neer te schrijven, de andere schreef een aantal gedachtestreepjes neer om haar verhaal aan te kunnen verbinden en nog iemand anders schreef een “afscheidsbrief” aan haar eetstoornis.

Hoewel we aanraden om een eetstoornis niet in het geheim en op jezelf te willen overwinnen, zijn er ook mensen die zonder specifieke eetstoornis-begeleiding kunnen herstellen van een eetstoornis. Wat daarbij heel opvallend is, is dat zij gelijkaardige processen doormaken als mensen die wel in behandeling gaan:

      Actieve copingvaardigheden inzetten (leren omgaan met emoties of situaties)

      Herstelkapitaal aanwenden (persoonlijke sterktes leren zien en inzetten)

      Sociale steun inzetten

      Positieve veranderingen in het leven doormaken (studie, relatie, job, verhuis,…)

 

Hieronder vinden jullie een aantal bijzondere elementen van onze sessie terug.

·         Het is aangenaam om ook meer informatie te horen over wie je bent als persoon, naast het verhaal van je eetstoornis. Op die manier leren we in eerste instantie een persoon kennen, die daarnaast ook nog eens ervaring heeft met een eetstoornis.

·         Enkele krachtige lijnen in de verhalen die we deelden:

o   Het belang van leren praten over wat je bezighoudt, met anderen (er niet alleen mee blijven zitten, steun zoeken, jezelf omringen met motiverende, inspirerende, positieve mensen)

o   De afstand tussen buiten (rationeel, stoer of timide) en binnen (in de knoop zitten met jezelf, geen verbinding hebben met wie je écht bent of wat je ware emoties zijn)

o   Het belang van jezelf goed te leren kennen en jezelf daarin ook ernstig te (mogen) nemen: vertrouw op je intuïtie en zet geen maskers op (wees écht, wees jezelf)

o   Leer dat emoties er mogen, dat je ze kan uiten op een zachte manier

o   Zoek naar wat jij zelf nodig hebt, hoe moeilijk de zoektocht ook is, hoe verleidelijk het ook is om vast te houden aan wat bekend is: ga op zoek naar wat goed werkt voor jou, wat jij zelf ziet zitten

o   Een eetstoornis is een vicieuze cirkel: je vult een leegte op, maar omdat je niet met de “gepaste” voeding opvult blijf je je leeg vullen.

o   Ook al is herstellen een weg van vallen en opstaan: stop niet met hopen en geloven, een leven zonder overmatige fixatie en zonder ingekapseld zitten in de eetstoornis is wel degelijk mogelijk!

o   Voor heel wat mensen werkt een eetstoornis zoals een overlevingsstrategie: het is als een verdovend scherm tegen pijnlijke gebeurtenissen of tegen pijnlijke, moeilijk te reguleren emoties. Zolang je dit scherm gebruikt sta je niet ten volle in het leven, maar je wordt geleefd door de eetstoornis.

zaterdag 13 juli 2013

Ook ervaringsdeskundige (familielied) bij eetstoornissen worden?

Op zondag 29 september 2013 organiseerde AN-BN de eerste Vlaamse Dag tegen Eetstoornissen. Al onze vrijwilligers en ervaringsdeskundigen hebben op die dag de handen uit de mouwen gestoken en het beste van zichzelf laten zien.

Heb je zelf interesse om een vormingstraject bij AN-BN te volgen?
Dan kan je jouw interesse kenbaar maken per mail. In november 2013 zullen we opstarten met een nieuwe opleiding. We hopen daarmee vooral ook mensen uit andere provincies te bereiken, zodat we ook daar met kleine zelfhulp-initiatieven kunnen starten!
Heb je zin om jouw ervaringen in te zetten om: lotgenoten te ondersteunen in hun herstelproces, ouders of partners bij te staan in hun proces, mensen te informeren over eetstoornissen,...?
Heb je zelf een eetstoornis (gehad) of ben je familie van iemand met een eetstoornis(verleden)?
Dan ben je van harte welkom om jouw interesse kenbaar te maken!

Dat kan ook via een e-mail naar els@anbn.be

Je wordt dan uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. We verwachten dat mensen met een eetstoornis door de huisarts goedkeuring krijgen om deel te nemen aan het vormingsproject en we verwachten ook dat personen met een eetstoornis en naasten zelf al een aantal stappen hebben gezet in het aanvaardings- en herstelproces. Je hoeft dus niet "volledig hersteld" te zijn, maar wie nog te diep in de eetstoornis vastzit willen we vooral aanmoedigen om eerst voor zichzelf te zorgen en op een later tijdstip opnieuw contact op te nemen.





Voorlopige planning
Sessie 1: 23/nov
Sessie 2: 30/nov
Sessie 3: 14/dec
Sessie 4: 11/jan
Sessie 5: 25/jan
Sessie 6: 8/feb
Sessie 7: 22/feb
Sessie 8: 8/mrt
Sessie 9: 22/mrt
Sessie 10: 29/mrt

vrijdag 3 mei 2013

En wat nu?!

De opleiding mag dan wel afgelopen zijn,
dat wil nog niet zeggen dat het vormingstraject al ten einde gelopen is!



De "afgestudeerden" zetten hun eerste of verdere stappen:
  • in het begeleiden van activiteiten (vb. een nieuwe praatgroep op de derde zaterdag van de maand, vb. een praatcafé voor partners),
  • in het als ervaringsdeskundige spreken voor een groep (vb. voor de behandelgroep langdurige eetstoornissen in Kortenberg),
  • in het begeleiden van forumgesprekken, chats en telefoongesprekken,
  • in het voorbereiden van de Dag tegen Eetstoornissen (vb. als "ouders van" of als "ambassadeur"),
  • in het geven van interactieve en informatieve lezingen voor KVLV (op 22 mei nog in Ingelmunster),
  • ...
Daarbij krijgen zij de kans om voordien of nadien te overleggen of te bespreken hoe de activiteit zal lopen/gelopen is. Op die manier loopt de vorming nog verder voor de rest van dit jaar, omdat mensen vooral ook leren door te "doen" en daar dan over te reflecteren en tips uit te proberen bij een volgende activiteit.

Zo doorlopen zij elke keer opnieuw een leerproces, volgens de leercyclus van Kolb:
- een ervaring opdoen
- erover reflecteren
- leerervaringen abstract maken en tips formuleren voor volgende keren
- een nieuwe ervaring opdoen en een tip uitproberen (en dan kunnen we weer opnieuw beginnen reflecteren en is de cyclus rond)



Daarnaast zullen we op regelmatige basis samenkomen.
  • Op 15 mei bereiden we samen de Dag tegen Eetstoornissen verder voor op de medewerkersbijeenkomst (waar ook altijd de gelegenheid is om dringende problemen te bespreken). Deze bijeenkomsten worden tweemaandelijks georganiseerd (met afwijkingen in de zomervakantie).
  • Op 22 juni organiseren we een intervisie, waarbij we stilstaan bij de ervaringen tot dan toe, wat loopt goed, waar wil men samen over nadenken, wat kunnen we leren van elkaar,...?
Tussendoor kunnen vrijwilligers steeds contact opnemen met de projectverantwoordelijke met hun vragen of hun verhalen. Op die manier proberen we onze vrijwilligers zo goed mogelijk te ondersteunen in het proces dat ze doormaken!

zaterdag 27 april 2013

Evaluatie


 
 
Evaluatieboom: op voorhand
 
 
Evaluatieboom: nadien
 

De opleiding werd over het algemeen als zeer positief geëvalueerd door de 9 deelnemers van deze laatste sessie.

(Gemiddelde scores op 5, met 1 = onvoldoende en 5 = zeer goed)

4,88/5         Hoe aangenaam vond je de opleiding?

4,77/5         Hoe beoordeel je de begeleiding van de opdrachten?

4,55/5         Hoe beoordeel je de begeleiding van de groepsprocessen?

4,77/5         Hoe beoordeel je de inhoud?

4,11/5         Ik heb het gevoel dat deze opleiding me heeft voorbereid op mijn taken als

                   vrijwilliger.

4,77/5         Had je het gevoel dat de tijd zinvol besteed werd?

4,63/5         Hoe beoordeel je de keuzevrijheid (sessie 5-10: zelf te kiezen)?

4,88/5         Hoe beoordeel je de begeleidende documenten (infobundel)?

4,66/5         Hoe beoordeel je de weblog als extra en externe communicatie?

4/5              Wat vond je van de locatie?

4,88/5         Voldeed de opleiding aan je verwachtingen?

5/5              Zou je anderen deze opleiding aanraden?

 

We onthouden één tip, één aandachtspunt en één “te bewaren element” voor een volgende editie van deze opleiding.

Tip (rood): bij de sessie over chatten was het zinvol geweest om een concrete opdracht mee te geven op het moment dat de groep het chatten kon uitproberen, vb. door elke groep een “rol” mee te geven, zodat er een echte simulatie van een chatgesprek gedaan kon worden.

Aandachtspunt (rood): de zetels zitten niet voor iedereen goed en zijn niet altijd zo concentratiebevorderend.

Te bewaren (geel): in de syllabus hoeft er niets te veranderen. De inhoud is goed opgebouwd, zinvolle onderwerpen, goede afwisseling tussen theorie en praktijk, gebruik van kleuren en afbeeldingen,…
 
De volgende aspecten werden als sterke punten benoemd door de groepsleden.
Begeleiding: openheid, enthousiasme, toegewijd, interactief, punctualiteit, duidelijkheid (op maat, goede aandachtsverdeling binnen de groep)
Inhoud: lay-out van de begeleidende teksten, duidelijk verstaanbare taal, essentie (geen uitgebreide theoretische uiteenzettingen, maar to the point), professioneel, aanvullingen van theorie met ervaring
Werkvormen: kleine groepjes, gebruik van gekleurde mapjes (om groepen in te delen bij de eerste sessie, zodat we niet zelf moesten kiezen), afwisseling, gebruik van mailing en van weblog, educatief verantwoord
Groepsprocessen: enthousiasme (van de groep, iedereen werkte goed mee), verbondenheid, openheid, ruimte voor inspraak, diversiteit in groepssamenstelling (de verschillende perspectieven werden als verrijkend ervaren)

Sessie 10: hulpverlening en ervaringsverhalen

1.    Hulp bij eetstoornissen
Wanneer we in gesprek gaan met personen met een eetstoornis of met familieleden of partners van personen met een eetstoornis, kan het zinvol zijn om te weten hoe hulp bij eetstoornissen in het algemeen verloopt. We hebben in sessie 6 overlopen welke hulpmogelijkheden er zijn. Zo weten we dat bij boulimia nervosa de evidence based therapie bij uitstek de cognitieve gedragstherapie is en dat bij kinderen en jongeren onder de 18 jaar de systeemtherapie goede resultaten behaalt. Toch blijken deze therapievormen niet voor iedereen tot herstel te leiden. Dit heeft o.a. te maken met de klik tussen hulpverlener en cliënt(systeem), maar ook of het gebruikte denkkader wel aansluit bij de visie van de cliënt of dat de werkwijze aansluit bij wat het tempo of de verwachtingen van de cliënt.

Persoonlijke ervaringen kunnen daarom deze algemene informatie wel wat nuanceren en verrijken. Om die reden zullen we in het eerste deel van deze sessie ervaringen uitwisselen over soorten hulpverlening en hoe dit verlopen is en ervaren werd door verschillende betrokkenen.

Ambulante hulp

·         CGG (Centrum Geestelijke Gezondheidszorg) – DAGG (Dienst Ambulante Geestelijke Gezondheid)

Na doorverwijzing is de intake gratis. Verdere gesprekken zijn 11€ (verminderd tarief is mogelijk voor mensen met een beperkt budget, vb. mensen die leefloon ontvangen).
Ander voordeel: multidisciplinair team (psychiater – psycholoog – sociaal werker), wat betekent dat er casusbesprekingen gebeuren en dat gekeken wordt wie de cliënt het beste kan begeleiden. Ook wanneer er hulp voor vb. kinderen nodig is, kan daarop ingespeeld worden.

Nadeel: wachtlijsten, niet in elk team een gespecialiseerde hulpverlener.

·         Huisarts of kinderarts: huisarts is niet altijd voldoende opgeleid en zou best doorverwijzen als hij merkt dat een problematiek zijn expertise te boven gaat. Een kinderarts die goed op de hoogte is van alle mogelijke consequenties bij jonge kinderen is aanbevolen. Arts kan bloedwaarden opvolgen, o.a. voor elektrolyten, glucosewaarden,…

·         Psycholoog: vb. GGGGG-schema’s (Gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag, gevolg), eetdagboek bijhouden, een brief schrijven naar de eetstoornis,…

·         Diëtist/Voedingsdeskundige: eetdagboek bespreken, tips geven wat men de komende periode eens zou kunnen uitproberen, best ook een aangepast programma (geen gewoon schema geven en dan vb. alle “lightproducten” schrappen)

·         (Medisch) Psychotherapeutisch Centrum in Leuven: psychologen (in opleiding) werken samen met de studenten-huisartsen.

·         Polikliniek, vb. in Gent of in Kortenberg (op gesprek gaan, zoals bij een psycholoog)

·         Inloophuis of Inloopmobiel

·         Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW): overkoepelende organisatie die laagdrempelige hulp aanbiedt, niet gespecialiseerd, maar kan wel een goede opstap zijn en echt op maat gemaakte hulp bieden en zoeken naar doorverwijzing. Hieronder horen o.a. JAC (Jongeren Advies Centra), Volwassenenonthaal, Slachtofferhulp, Vluchthuizen, Begeleid Zelfstandig Wonen,…

Bedenkingen:

·         Een goede mix tussen werken aan eetpatroon en werken aan onderliggende problemen (o.a. faalangst, controledwang, zwart-wit-gedachten, perfectionisme, emoties leren uiten, opkomen voor zichzelf,…) is belangrijk. Maar wat goed is voor de ene, past niet goed bij de andere.

·         Testen: Testen die peilen naar de eetstoornis worden niet vaak gebruikt. Vooral in universitaire klinieken of centra worden dergelijke testen gebruikt (o.a. voor onderzoek naar de werkzaamheid van de programma’s). Daarnaast is er wel een tendens waar te nemen dat er meer gebruik gemaakt van patiëntenfeedback en van “monitoringsystemen”. Dit zijn eigenlijk programma’s die je kan invullen om aan te duiden op welke punten er verbetering optreedt en wat je vindt van de therapie. Op die manier kan een therapeut/hulpverlener ook zijn technieken of tempo aanpassen aan de cliënt.

·         Psycholoog & diëtist: dit kan een zinvolle tandem zijn, als ze elkaar goed aanvullen. Wel is belangrijk dat ieder weet wat zijn bijdrage is en waar de job van de andere hulpverlener begint.

Residentiële hulp (opname)

Verschil met ambulante hulp:

·         Kennis is veel gespecialiseerder

·         Betere opvolging, minder “om de tuin leiden” (of voor de gek houden), wellicht ook omdat er meer contact is en er dus minder kans is om de hulpverlener om de tuin te leiden…

·         Verschillende therapievormen in één aanbod, waardoor er voor elk wat wils kan zijn.

·         Elke setting heeft andere regels over vb. of je mag kiezen wat je als broodbeleg neemt, over weegmomenten,…

·         Veel gebeurt in groep. Het kan moeilijk zijn als er grote leeftijdsverschillen zijn in de opnamegroep (vb. als je samenzit met mensen die zo oud zijn als je eigen kinderen)

2.    Ervaringsverhalen deskundig maken

In sessie 2 kregen we de opdracht om aan de slag te gaan met ons eigen ervaringsverhaal. Dit hebben we in sessie 3 besproken in groepen, waarbij andere groepsleden feedback mochten geven of extra vragen konden stellen.

Hoe kan je nu meer algemene informatie of gedeelde ervaringskennis over eetstoornissen verwerken in je persoonlijke verhaal? Want een ervaringsverhaal dat je bijvoorbeeld brengt voor een groep studenten, hulpverleners of lotgenoten, is meer dan enkel vertellen over jouw persoonlijke ervaringen. Je verweeft er ook de kennis in die we hebben opgepikt uit de verhalen van anderen of die we kennen uit onderzoeken naar eetstoornissen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kennis uit de opleiding “Als eten een obsessie wordt”, vb. op welke leeftijd komen eetstoornissen het meest voor, hoeveel % herstelt, wat heeft de omgeving nodig, welke risicofactoren zijn er,…?

Kennis die verwerkt kan worden in een ervaringsverhaal, volgens de deelnemers:

·         De zoektocht naar de gepaste hulp verloopt moeizaam. Soms ervaren mensen dat het van het toeval afhangt, of een kwestie is van goed geluk dat je bij een goede hulpverlener terecht komt.

·         Luister naar je gevoel. Als je het gevoel hebt dat iets niet goed loopt, kaart dit dan aan of ga op zoek naar andere hulp.

·         De integratie van verschillende deelaspecten dreigt spaak te lopen. Mensen kunnen ervaren dat hulpverleners elk op hun terrein werken, maar niet met elkaar communiceren, waardoor belangrijke informatie over het hoofd gezien wordt, of waardoor er geen duidelijk “plan van aanpak” is. Andere mensen kunnen ervaren hoe vervelend het is dat hulpverleners elk vanuit hun specialiteit naar hen kijken: de ene bekijkt enkel de eetstoornis, de ander enkel de persoonlijkheidsproblemen, nog een ander enkel de financiële problemen,… Op die manier voel je je een diagnose of een etiket, en heb je het gevoel nergens als “volwaardige mens” gezien te worden.

·         Tips voor hulpverleners: duidelijk zijn (in communicatie, in afspraken, in verwachtingen,…), neem de persoon ernstig (wimpel hem niet zomaar af met zijn zorgen), probeer je voor te stellen hoe het is om op de andere stoel te zitten en vanuit een afhankelijke positie hulp te moeten vragen

·         Familiebetrokkenheid en de context betrekken is een aandachtspunt: mensen uit de context weten soms niet wat zeggen of doen (goedbedoeld) heel vervelende uitspraken (“bij mij zou het niet waar zijn”), wat heb je gemist, wat zou je graag in de plaats hebben, expliciteer wat je wel/niet verwacht,… Als familieleden draag je zorg voor de persoon met een eetstoornis. Dit betekent dat er ook heel wat vragen zijn, vb. over heel concrete situaties in de dagelijkse thuissituatie: hoe ga ik hier nu weer mee om? Anderzijds is er de neiging om familie weinig bij de behandeling te betrekken, eens mensen 18 jaar geworden zijn. Het verschil tussen minderjarige en meerderjarige kinderen is erg opvallend. Toch leunen ook volwassen kinderen vaak op hun ouders: kan er gezocht worden naar manieren waarop deze familieleden steun kunnen bieden, met het recht op privacy in het achterhoofd?

·         Algemene feiten: beginleeftijd (bij AN begint de eetstoornis gemiddeld tussen 16 en 19 jaar; BN begint gemiddeld tussen 19 en 25 jaar), duur eetstoornis (gemiddeld 7,5 jaar, spreiding tussen 6 maand en 30 jaar), 50% ervaart een herval na opname, 50% herstelt, 30% verbetert maar houdt problemen en 20% blijft langdurig ziek. Welke soort eetstoornis had je (is er eventueel een evolutie in gekomen)? Hoe wordt dit in de DSM omschreven? …

·         Psycho-educatieve elementen: vb. over onderliggende thema’s (perfectionisme, angst, zwart-wit-gedachten, schuldgevoelens,…) of over risicofactoren (vb. we weten dat er 3 grote groepen zijn, nl. biologische, psychologische en omgevingsfactoren: hoe hebben die bij jou meegespeeld in het doen ontstaan van de eetstoornis?)

·         Tips meegeven: motivatie is erg belangrijk (als je zelf niet wil, dan verandert er niets, maar motivatie kan wel wisselvallig zijn è hoe kan je gemotiveerd blijven?); herstel is een proces (het komt er niet zomaar, het gaat met vallen en opstaan, het vraagt dat je leert uit ervaringen,…)

·         Mythes ontkrachten: welke uitspraken heb je wel eens gehoord of meegemaakt die je wil tegenspreken? Vb. “eet toch gewoon een boterham meer” (het is geen kwestie van “gewoon doen”, eetstoornissen zitten veel complexer in elkaar dan dat)

donderdag 18 april 2013

Sessie 9: Omgaan met de media - Ambassadeurswerking

1. OMGAAN MET DE MEDIA

Je kan de brochure hier nalezen:
Eetstoornissen in beeld gebracht - Richtlijnen voor een doordacht mediabeleid
(opgesteld met de medewerking van personen met een eetstoornis en hun familieleden)



De media worden vaak met de vinger gewezen wanneer het gaat over eetstoornissen.
Vanuit AN-BN zien we echter ook dat het communiceren over de problematiek net zo goed op een genuanceerde, onderbouwde en respectvolle manier kan gebeuren en dat we daarmee heel wat mensen kunnen bereiken. Dit kan ertoe leiden dat mensen toch sneller hulp zoeken, waardoor ze hun kansen op volledig herstel vergroten.

Wanneer eetstoornissen op een respectvolle en genuanceerde manier in beeld gebracht worden kan dit volgende positieve effecten hebben:
·         Het stigma op psychische problemen in vraag helpen stellen en doorbreken
·         Inzicht vergroten in de complexiteit van oorzaken, risico’s en gevolgen van eetstoornissen
·         De kennis van mensen vergroten, zodat signalen sneller herkend worden (= preventie)
·         De discussie over eetstoornissen op het publieke forum brengen, zodat het idee dat eetstoornissen een marginaal of futiel fenomeen zijn onderuit gehaald kan worden
·         Oproepen tot het ontwikkelen van betere en gepastere behandelingen en tot meer onderzoek
·         Contactinformatie verspreiden, zodat mensen in een zo vroeg mogelijk stadium hulp kunnen zoeken en meteen op een goede plaats opgevangen kunnen worden
·         Adviezen formuleren voor personen met een eetstoornis, hun familieleden en voor wie risico loopt op het ontwikkelen van psychische stoornissen
·         De hoopvolle boodschap helpen verspreiden dat herstel van eetstoornissen mogelijk is, dankzij goede behandeling en ondersteuning

Om journalisten en reporters te ondersteunen bij het informeren over eetstoornissen ontwikkelde AN-BN een brochure met mediarichtlijnen. Dit zijn suggesties op basis van onderzoek en op basis van ervaringen van mensen met een eetstoornis én van hun familieden. Samen hebben we dit opgesteld, om te vertellen wat voor onze doelgroepen moeilijke berichten zijn om te lezen of zien en welke boodschappen helpend kunnen zijn.



2. AMBASSADEURS

Op de Dag tegen Eetstoornissen zullen enkele Ambassadeurs zich inzetten om volgens deze richtlijnen hun ervaringsverhaal te brengen.

Ambassadeurs zijn ervaringsdeskundigen die hun ervaringen willen inzetten om niet enkel naar lotgenoten toe, maar ook naar de bredere samenleving toe te helpen bij een juiste beeldvorming over eetstoornissen.

Profiel van Ambassadeurs:
over goede mondelinge communicatievaardigheden beschikken
• jouw ervaringsverhaal op een constructieve manier kunnen inzetten
• vorderingen gemaakt hebben in jouw eigen herstelproces, zodat je enige afstand hebt ingebouwd om over je persoonlijke ervaringen te vertellen
• uit de anonimiteit willen komen om aanspreekpunt te zijn voor lotgenoten, infosessies of pers
• een basiskennis hebben van telefonische en/of mailvaardigheden
• een enthousiaste, zelfzekere uitstraling hebben
• goed voor jezelf kunnen zorgen, jezelf kunnen beschermen (afschermen) en assertief zijn zodat je kan omgaan met druk van journalisten
• mensen kunnen motiveren, vanuit je ervaringsdeskundigheid
• je voor een periode bij AN-BN willen engageren voor vrijwilligerswerk